Title Image

De postzegel van Westerbork

De postzegel van Westerbork

Dit verhaal heeft betrekking op een van de toenmalige bestuurders van KPN die een postzegel uitreikte met als thema ‘Westerbork’ en daarvoor een passend verhaal nodig had. Het was 1992, 50 jaar nadat de eerste transporten van Joden vanuit dat doorgangskamp naar de Duits-Poolse vernietigingskampen begonnen. Die dag zouden er twee dingen gebeuren die ik nu, na al die jaren,, nog kan terughalen als de dag van gisteren.

Het is het jaar 1992: vanuit mijn werk kende ik de betreffende bestuurder inmiddels goed. Ik schreef vaker teksten voor hem en van daaruit hadden we een goede persoonlijke band opgebouwd. Ik wist dus welke woorden bij hem pasten, welke waarden hij hoog had en wat hem energie gaf. Hij zei vaak tegen me: “jij bent mijn ogen en oren, je hebt tijd om dingen te zien die mij ontgaan, je moet me scherp houden”. En omdat mijn achtergrond mede een historische is wilde ik dit ‘klusje’ graag klaren. Ik deed mijn uiterste best om een tekst te maken die voldoende van hemzelf had en voldoende van het onderwerp, zonder dat hem dat een expert maakte op het terrein van zijn gast. Ik wist uit ervaring dat dit bij hem altijd goed werkte.

Het was een bloedhete warme junidag waarop een bont gezelschap zich naar Westerbork begaf. Een aanzienlijk deel van de aanwezigen was overlevende van die transporten, daaronder de vrouw van degene aan wie de postzegel werd uitgereikt. Daarnaast journalisten, mensen van het bedrijf waar ik werkte, van de landelijke, regionale en plaatselijke politiek en andere belangstellenden.

We waren allemaal al binnen toen de hoofdpersoon aan wie de postzegel zou worden uitgereikt binnenkwam, vergezeld van zijn vrouw die plotsklaps luidkeels begon te gillen: “die rotmoffen, ze hebben mijn hele leven verwoest!”. Een doodse stilte in de zaal was het gevolg en na enige minuten oponthoud kon de vrouw in kwestie haar plaats naast haar man weer innemen. En wat nog nooit was gebeurd, gebeurde nu: de KPN-bestuurder las mijn tekst letterlijk op. Na afloop zei hij tegen me: “Ik durfde na die uitbarsting niet te improviseren zoals ik altijd doe. Jouw tekst is altijd veilig en goed, dus daar vertrouwde ik blindelings op”.

Op weg naar het deels gerestaureerde kampterrein stapte ik als laatste in een vol busje. Ik moest staan ter hoogte van wat ander twee hoogbejaarde Amsterdamse overlevenden van de Westerborktransporten bleken te zijn. Hun gesprek trof me diep in het hart. Het ging ongeveer zo: “Zeg, wist jij dat die (KPN-bestuurder) zoveel van Westerbork afwist. Ik was ervan onder de indruk want het was écht zijn eigen verhaal, want ja, wees eerlijk, van (de ontvanger van de postzegel) weten we wel dat hij er veel van af weet, maar van hem (KPN-bestuurder) niet. Dat verhaal neem ik mee naar huis”, zei hij tegen zijn vriend. Ik zei niets en sloeg dit grootste compliment dat ik ooit kreeg graag op; geniet er nog steeds van als ik hieraan terugdenk.